Notes: | - De voorstellingen van 12, 19 en 26 augustus en 2 en 9 september 1727 werden, in het Frans, gegeven door “de Fransche Comedianten” uit Den Haag (en staan niet in het ‘Speelplan’ dat Lieffering, p. 336 (en volgende), vanaf 1727 van de Haagse troep geeft). Van de inkomsten van de Franstalige voorstellingen zou de helft naar de Franse troep gaan en het restant als gebruikelijk worden verdeeld. Met de verdeling werd echter volgens Huydecoper gerommeld. Over de ruzie rond het optreden van de Franse troep en de financiële perikelen: Huydecoper, ‘Journaal’; Bijlage II, p. 73
- Data 25 en 26 augustus 1727 volgens HA 318 (respectievelijk maandag en dinsdag); zie ook Huydecopers ‘Journaal’. De Boeken geven respectievelijk woensdag 20 augustus en donderdag 21 augustus 1727. Over de 21e zegt Huydecoper uitdrukkelijk (‘Journaal’, p. 47) dat er “niet [is] gespeeld[,] tot nadeel van de Hollandsche Acteurs” (dwz ze derfden hun speelloon voor die dag)
- HA 318: “beide in de Fransche Taale”; het tweede spel niet in de Boeken. Met de ‘Dobbelaar’ zal 'Le joueur van Regnard' zijn bedoeld; en met ‘De zeehaven’ 'Le port de mer van Dancourt'
|